vrijdag 15 november 2019

ding #7, 8, 9, 10: de puzzel is de deur uit en wat ik verder weg deed.

Voor in de kerstvakantie
Eén week voorbij, we zijn bij nummer zeven en aan tafel zitten dezelfde mensen waarmee ik deze 100 dingen in 100 dagen 'challenge' begon. Op tafel ligt de 1000 stukjes puzzel van Jan van Haasteren die ik aan één van hen ga weggeven, ook al gaat het mij aan het hart. Maar het weggeven van de drie andere puzzels die ik van hem heb gaat mij nog meer aan het hart, dus het wordt deze. Gelukkig zijn er twee mensen die hem graag willen hebben, Jessie (foto) gaat helemaal glimmen bij het idee. Die wordt er ècht dolgelukkig van, dus Jessie: veel plezier ermee. Deze was nog helemaal nieuw, het plastic zit er nog omheen.

Het fijne is, dat het echt leuk is als mensen blij worden van de dingen die de deur uit gaan. Het is waar dat geven gelukkiger maakt dan houden. Zeker als het betekent dat ik ruimte tekort kom op de kastplank en al helemaal als ik vergeten was dat ik het had. Eén week voorbij, nog 93 dingen te gaan. En ze gaan:

#8 is een oude gieter, die al wel een beetje roest, maar oudste dochter geeft nu haar net nieuw gekochte kamerplanten water met een plastic fles. Overigens kreeg ze ook twee lampen, een paar oorbellen, een paar wanten en een paar warme sokken èn een badpak. Jonge mensen hebben veel meer ruimte voor spullen
#9 is een pen. Sorry, ik ben degene die pennen verzamelt, op geheimzinige wijze komen ze in mijn jaszakken terecht of in mijn tas. Dus wie een pen kwijt is: dikke kans dat ik hem heb, ik heb thuis een la vol. Nu hadden we op de boomkwekerij waar ik op donderdagen een pen nodig en zowaar: er zat er weer eens één in mijn jaszak. Alsjeblieft.
#10 was een knalgeel boekje waarvan ik niet eens meer weet hoe ik er aan kom. Ik vond het ook niet echt leuk om te lezen, qua formaat en kleur leek hij me nog wel leuk voor op de wc. Die liet ik achter in de trein, met een aanmoediging voorop de kaft en uitleg op de eerste pagina. Iemand anders heeft er misschien meer mee dan ik. Toen ik opstond kwam iemand het helaas achter me aanbrengen. Wat nooit gebeurt als ik een das of handschoenen laat liggen. Maar ik zei: "Je mag het lezen, het hoort in de trein." Ze keek me verwonderd aan.

Zo, nog negentig.
Wordt het al makkelijker om afscheid te nemen? Ik begin een oog te ontwikkelen voor de vergeten dingen. Het ruimt op, maar als ik eerlijk ben: ik ben ook heel blij met de dingen die ik terug vindt. Ik ben benieuwd hoe dat is als ik de honderd nader.

Er staan voor morgen en overmorgen al dingen klaar, en in de bijkeuken nog wat in de wacht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten