dinsdag 26 juni 2018

Minder fiets, minder geld, minder huissleutels, maar het plezier zie ik nog niet zo

Het lijkt een 'sliep uit' van het universum: vanmiddag om vier uur werd ik ontspuld. Ik was met zeis, schep, slangen, emmers naar het kerstbomenbos om de gestolen slang te vervangen door een nieuwe en meteen een omgewaaide boom er weer in te zetten. Mijn buurjongen Daan ging water geven en buurman (papa van Daan) hielp. Ik zette de fiets even tegen een boom, precies waar de bakfiets op de foto staat. Ik hielp even de slang aansluiten, zette de boom rechtop, emmer water erbij en wilde net de snoeischaar pakken - chips! Die zit nog in mijn tas, in de fietstas. Sinds vanochtend had ik een kek leren tasje van mijn dochter in gebruik, nu ik in de zomer te vaak kleren aan heb waar ik sleutels, portemonnee en telefoon in kwijt kan. Helaas was hij toch een beetje té vintage, want de leren band brak, dus ik had hem even in de fietstas gedaan. Fiets. Tas. Nee!

De zeis stond netjes naast de boom, de fiets was weg, met fietstas, tas, snoeischaar en al. Meteen begon ik na te gaan wat ik nu miste, en intussen holde ik naar de dichtstbijzijnde pont, misschien kon ik hem/haar nog in zijn kraag grijpen. De pont ging net uit, ik holde erop, maar mijn fiets was er niet. Terug naar het bos, buurman probeerde te bellen: telefoon onbereikbaar. Wat zat er nog meer in? Geld, zo'n veertig euro, drie bankpassen, de NS automatisch oplaadbare OV-kaart, wat visitekaartjes, mijn huissleutels. Huissleutels - visitekaartjes met adres erop. Nee!

Nu hollend naar huis. Marieke kwam langs om te overleggen, ik leende haar fiets en speurde de buurt af: mijn fiets is heel erg herkenbaar, voor mij dan: een zwarte sparta transportfiets met voorop een houten kratje en achterop zwart met witte fietstassen. In een fietsenrek pik ik hem er altijd zo uit. Tussen de honderden fietsen bij de pont en Tolhuis staat hij niet, niet bij ons achter, niet half in het gras. Fietstassen, met daarin schroevendraaier, slijpstaaf voor de zeis, extra zwaar kettingslot (duur). Nee!

Naar huis - Hans is woedend, omdat ik altijd zo laks ben. "Ookal is het maar vijf minuten, zet hem nou eens op slot." Hij heeft gelijk. Hij heeft ook gelijk dat ik meteen mijn bankpassen had moeten blokkeren, want als ik dat doe is inmiddels van elke pas 50 euro afgehaald, allemaal besteed bij avondwinkel Mina op de vd Pekstraat. Drie passen, samen 150 euro. Ik bel de politie, trots dat ik weet waar de dief is geweest, maar die gaan er niet achteraan. "U moet meteen nieuwe sloten in uw deuren aanbrengen." Dat doen we dus niet. We halen de cilinders er wel uit en ik haal morgenochtend vroeg nieuwe. Vannacht fietsen in de werkplaats, luiken op de achterdeur en de sleutel in de voordeur aan de binnenkant. Sleutels, die moeten we dus ook vervangen. Ik tel het in mijn hoofd op: Fiets paar honderd euro inclusief sloten tassen, lampen en kratje, nieuwe cilinders en sloten, nieuwe pasjes, nieuw rijbewijs, nieuwe portemonnee, net nieuwe Fairphone van 500 euro. Nee!

Ik besluit naar avondwinkel Mina te gaan, als de politie het niet doet. Een aardige man, maar hij zit er pas net en de jongen die er tot vijf uur zat is al weg. Wel hangen er twee beveiligingscamera's. "De politie vraagt wel eens om beelden, maar ik heb nooit meegemaakt dat er wat uit komt. Die fiets en die telefoon zijn verkocht, ga daar maar vanuit." Toch laat ik mij emailadres achter en mijn 020 nummer. Daar sta ik dan, op de vd Pekstraat. Behoorlijk ontspuld. Ik baal van al het werk, van al het geld, maar het meest van mijn mooie rode leren portemonnee, die al heel lang mee gaat. De foto's die op de telefoon stonden van mijn cranberryproject, ook weg helaas. Al die andere foto's ook. De leuke apps, met fijne links - allemaal verdwenen. Ik baal van Hans, die boos is, terwijl ik het ben die alles kwijt is. Goed, ik ben veel teveel kwijt geraakt in vijf minuten onoplettendheid (vooruit, misschien waren het er tien), maar ik heb de zeis nog wel, en de schep, en mijn fijne buurman en zijn zoon. Ik heb Marieke die meteen haar fiets uitleende, de meelevende klanten in de Minawinkel. En het is lekker weer. En mijn moeder heeft nog een oude fiets staan in de schuur. En ze zal aan me denken. En als ik het bonnetje bewaar, mag ik ook een nieuwe rode portemonnee kopen. Jawel.

Voor de broodnodige karmapunten vond ik tijdens het zoeken in de bosjes nog een vieze witte portemonnee van een mevrouw uit Marken. Die heb ik heel blij gemaakt, ook al heeft ze allang alles geblokkeerd. Ze was hem kwijt geraakt op Amsterdam Centraal. "Wat fijn dat ik hem terugheb." Ja!

zondag 24 juni 2018

De vrouw met de zeis komt langs



We waren in Frankrijk, op een plek zonder computers, waar wifi schaars is en de ontvangst van het netwerk belabberd. Op het Franse platteland heb ik een heel andere verbinding met spullen. We hebben er een motormaaier, zo'n ding aan een steel met draadjes onderin die door dik gras en kleine takjes snijden of het niets is. Je moet er oorbeschermers bij aan en een gezichtsbeschermer, zo een die je ook wel kent van schermwedstrijden. Ookal hangt het ding aan een tuigje (dat je ook moet hebben en aan moet), het is toch best zwaar. Bovendien is ons Franse gras zó lang en taai, dat je echt gaat zweten van het vele zwaaien met het brullende apparaat. Dan ben je klaar en begint één van de buren met een brullend apparaat te maaien. Waar de motormaaier in Amsterdam normaal en praktisch is, voelt het hier niet fijn. Het mag rustiger.

In de schuur staat ook een oude zeis, die zeis kwam met het huis. Er zit een scheur in het metaal, waar gras in blijft hangen, maar als je hem even slijpt, en de scheur af en toe even 'leegt', is het een fijn en geruisloos alternatief. Het is niet per se makkelijk, dat zeisen, maar ook geen rocket science. Op een gegeven moment ging het vanzelf, ik had de 'swing' te pakken. Waarom zijn we ooit overgestapt op de motormaaier? Voor stevige stengels en hoog gras werkt de zeis perfect.

Halverwege ons verblijf in Frankrijk reisden we naar vrienden die een huis hebben in de Morvan. In hun schuur hangen twee zeisen, nooit gebruikt. Er is een speciale slijpsteen aangeschaft om ze te slijpen, ook nooit gebruikt. Er moet een pad gemaaid naar een open plek in het bos en ik bied aan om dat met de zeis te doen. Mijn verhaal over onze eigen zeis met de scheur heeft meteen tot gevolg dat ik één van de twee zeisen krijg aangeboden. 'Maar als het niet gaat, kom ik wel even met de bosmaaier.' Even later sta ik middenin het bos en zeis mijzelf een weg door manshoge varens, bramen en brandnetels. Geruisloos, makkelijk. Ik begrijp de metafoor van de man met de zeis die hele legers om maait meteen veel beter.

Grijnzend als een tevreden boerenknecht sta ik en half uur later aan het hek. 'Zal ik de bosmaaier even halen?' Ik schud mijn hoofd en zeg: 'Het is gedaan.' Vlaams past hier beter dan Nederlands. De oude boer die hier vroeger woonde had zijn gereedschap gelukkig goed onderhouden en ik schroef de zeis simpel uit elkaar voor het vervoer. Eén steel, één blad, geen gadgets. Qua materiaalgebruik wint de zeis het op alle fronten van de bosmaaier. Alle lessen die ik eerder leerde over omgaan met spullen in één zeis: Lokaal gemaakt, met weinig materialen; kan het zonder motor, doe het dan; is er nog iets ouds dat werkt, repareer het en gebruik het; heb je iets over dat je nooit gebruikt? Geef het weg aan iemand die het wel gebruikt; onderhoud spullen altijd, je weet nooit of er iemand vijftig jaar later nog eens gebruik van wil maken. En tenslotte: durf te vragen: wat daar ongebruikt in de schuur ligt, wil iemand misschien wel kwijt.Of het vragen is aanleiding voor de herwaardering en hergebruik, ook mooi. Sowieso is het een mooi ding, zo'n zeis.

Klimaatgesprekken heeft toevallig ook net een nieuwsbrief gewijd aan het onderwerp 'minder spullen'. Lees hem hier

zondag 10 juni 2018

Een héle grote opruimactie, maar niet van mezelf

Mijn dochter is een verzamelaar, de appel valt niet ver van de boom. Ik herken mezelf in haar. Vroeger verzamelde ze stickers, stenen, flesjes met zeewater, knuffels en kralen. Tegenwoordig verzamelt ze vooral kleren. Drie jaar geleden ging ze op kamers wonen, maar haar kamer thuis bleef één grote klerenopslagplaats. In haar oude kamer is een muurkast met op de vloer ongeveer 25 paar schoenen, er hangen zo'n dertig jurkjes, ook een roze smockjurkje van toen ze twee was, op alle planken liggen stapels oude broeken, shirts, vesten en in de loop van drie jaar Delft kwam er elk jaar een grote boodschappentas kleren bij die even geparkeerd werd in Amsterdam. Het is natuurlijk niet helemaal eerlijk, maar mijn ontspullingspijlen richtten zich op deze kamer: ruimte! Ergens achter al die oude kleren liggen namelijk ook mijn stapels met lappen en oude handdoeken, en daar kan ik al jaren niet echt goed bij.

Het is een perfecte oefening, deze kamer opruimen, want andermans spullen ontspullen is veel makkelijker dan je eigen. Gelukkig had ze er zin in, en ik ook. Na drie uur hadden we vier afdelingen: twee grote blauwe vuilniszakken XL voor in de textielcontainer. Twee grote tassen om te verkopen in de IJ-hallen,  een hele uitstalling in de gang (zie foto) voor meisjes uit de buurt, gratis af te halen, twee grote tassen naar Delft. De oude kinderjurkjes en het gympak dat ze op haar zesde droeg in Ecuador mogen nog niet weg. Op de bovenste plank van de meidenkast wordt een klein kledingmuseum ingericht. Voor als ze ooit later zelf een dochter krijgt die net zo aan spullen hangt als haar moeder en oma. "kijk nou, wat schattig, die kleine cowboylaarzen." Het roze jurkje mag samen met vier andere bloemenjurkjes nog even blijven hangen in de kast - allemaal ooit hoofdrolspeler op een verjaardag: Roos 2-4-6-8. Onderin de muurkast doe ik een fijne ontdekking: het paashazenpak dat we al twee jaar kwijt waren. Jammer dat ik in een andere opruimbui de muts met hazenoren heb weggegooid. En helemaal achterin twee antieke zwarte dozen met hoge hoeden, van diverse opa's. Die mogen ook nog even blijven, ze doen denken aan oude zwart-wit foto's, sigaren en ouderwetse huwelijken.

Sneller dan we dachten is het ineens enorm opgeruimd, wat we allebei een heerlijk gevoel vinden. Daardoor mogen ineens ook de muffinbakjes in de vorm van een nutellapot en de plastic vorm waarmee je vierkante sushi's kan maken weg. We komen in een flow: weg oude binasboekjes en examenbundels. Het werkstuk uit groep drie met 'mijn lievelingsplekken? Vooruit, die mag nog even blijven. Fluitend rijd ik naar de Dirk vd Broek, waar de textielcontainer staat. Hoppa, weg ermee. Wat ben ik blij met de containers van Sympany. 'Geef goed door' is hun slogan. Wat mij betreft is het vooral: 'Ruimt lekker op'.

Nou ik nog. Mijn kledingkasten zijn al jaren te vol met 'je kan niet weten' en 'ooit past het ergens bij.' Voorlopig worden ze alleen maar voller: een genopt bloesje dat Roos net heeft weggedaan, lijkt mij helemaal leuk boven een spijkerbroek. Mijn kleren zijn later aan de beurt. Eerst mijn kantoor en kelder opruimen. Deze maand nog. Maar niet nu.

donderdag 7 juni 2018

Kleefkracht van spullen

Vandaag moet ik van mezelf weer één ding de deur uit doen. Het eerste dat ik weg deed, de groene schoentjes, maakte meteen een heel gesprek over de dilemma's los: ontspullen door alles in de vuilcontainer te gooien is niet per se zo goed voor het klimaat, alhoewel in Amsterdam vuil wordt verbrand om er energie van te maken. Het blijft afval.
Oud hout gaat bij ons op het vuur: fijn en romantisch maar een lelijke vervuiler qua fijnstof en CO2.
Ik keek eens in de vuilnisbak om te zien of ik niet toevallig iets had weggedaan zonder het op te merken als 'ontspullen': een dode mol en een tasje rommel van onze B&B gasten kan ik moeilijk zien als geliefde spullen.
Van een oude tuintafel maakte Hans een nieuw kippenhok, de resten aan hout liggen al bij de vuurplek, mooi droog hardhout. Maar die tafel is al ontspuld en zelfs dat niet: we hebben hem nog. Dat is ook mijn grootste probleem: spullen oefenen op mij enorme aantrekkingskracht uit, omdat ik altijd wel een mogelijkheid zie om het opnieuw te gebruiken.
Toch moet ik iets. Achter het huis ligt sinds drie jaar een stapel sloophout van ons oude tuinschuurtje. Daarin een hardhouten balk met 100 spijkers. Om nog eens 'ergens' te gebruiken, maar dan moeten die 100 spijkers er wel eerst uit. Ik heb hem al een paar keer in mijn handen gehad. Mooi hout.Dat zou een echte opluchting zijn om dat gewoon niet te doen. Fijnstof en CO2 neem ik voor lief, morgen plant ik 100 maisplanten, bonen en tomaten om dat te compenseren.
Het werkt meteen aanstekelijk. ineens kan ik ook afscheid nemen van een potloodtekening die mijn vader ooit maakte van ons uitzicht in Ecuador en een knalgele doos om een banaan stootvrij in mee te nemen. Ik verheug me al op morgen.

maandag 4 juni 2018

Opdringerige schoentjes die mij dwingen om schoenen weg te gooien.

Mislukt. De eerste dag van het ontspullen is bijna voorbij, en inplaats van minder spullen heb ik méér. Deze rode leren schoentjes precies in mijn  maat had iemand bij de vuilcontainer achtergelaten. Volgens mijn broer hoor je er uitgegroeid haar en gebatikte kleding bij te dragen, maar ik vind ze leuk. "Ja, echt iets voor iemand van jouw leeftijd,"voegt hij er fijntjes aan toe.
Laat ik daarom zelf ook iets in de vuilcontainer gooien. Ik heb een paar groene schoentjes, die van binnen helemaal zijn vergaan. Ze staan al een paar weken in de bijkeuken, omdat ik - tegen beter weten in - aan de schoenmaker wil vragen of zij er nog iets aan kan doen. Ze zijn best hip, jong en jeugdig. Zonde om weg te doen. Gauw, in de container. Dan ben ik nog niet aan het ontspullen, maar ben ik tenminste ook niet aan het hamsteren.
Morgen weer een dag. Stap voor stap.

zondag 3 juni 2018

Minder spullen, meer plezier


Een nieuwe lente, een nieuw geluid - minder spullen, meer plezier.
Na een jaar klimaatdaad van de dag kwam ik erachter hoe taai veranderen kan zijn. Ik dacht van niet. Ik vind het namelijk eigenlijk heel erg leuk, als er iets nieuws op mijn pad komt, of als ik nieuwe wegen in kan slaan. Ik zie mezelf als redelijk veranderingsgezind. Toch hang ik enorm aan mijn spullen. 'Iets' nieuws is vaak letterlijk een ding: een nieuwe fiets, pan, broek, wasmand. Ik geniet dus vooral van nieuwe dingen. Kan ik ook genieten van nieuw gedrag zònder spullen?

Laat dat nou net een klimaatdaad van formaat zijn: een andere omgang met spullen. Dus na een jaar onderzoek naar klimaatdaden die zin hebben, kom ik tot de conclusie dat het voor mij persoonlijk vooral zit in een radicaal andere verhouding tot spullen. Welvaart - en dus vaak meer spullen - is niet altijd per se welzijn, ookal doen reclameboodschappen me dat maar al te graag geloven. Ik zit net als Charlie Chaplin in 'Modern Times' vast in een systeem waar ik maar moeilijk grip op krijg. Spannend, maar ik ga proberen me ervan los te weken. Het zal vast soms moeilijk of pijnlijk zijn, maar het streven is dat ik er gelukkiger van word als ik weet dat ik ook zonder of met minder kan.

Mij inspireerde o.a. dit: The story of stuff. Toen ik dit filmpje eenmaal tot me door liet dringen, wilde ik ècht iets doen aan mijn koopgedrag. Maar zo makkelijk is dat niet, blijkt. Net weer van die handige ziplockzakjes gekocht en een nieuwe mok gekregen die verder nergens bijpast, dus gedoemd is achterin de kast zijn  leven te slijten. Weggooien? De gever is me te dierbaar.

Tijdens mijn jaar met dagelijkse klimaatdaden veranderde ik mijn voedselpatroon en begon ik met stadslandbouw, waar ik sowieso mee doorga. Hans is al jaren bezig ons huis steeds een tikkeltje energiezuiniger te maken en daar gaan we zeker mee door. We hebben nog steeds een (tweedehands) auto, maar zijn ons ook heel erg bewust van het effect van vervoer - vliegen vermijden we als het kan (maar, zie mijn cubablog)

Spullen waren mijn blinde vlek, ook in dit klimaatjaar. Daarom een jaar lang focus op welzijn, inplaats van welvaart. En dan kijken wat er gebeurt, of het gevoel dat het allemaal minder moet verandert in een gevoel dat het allemaal fijner is. Dit jaar pak ik het thematisch aan. Elke maand een andere focus:
(de rest van) juni: ontspullen van kantoor en kelder en samen met dochter Roos haar oude kinderkamer opruimen
juli: klein beginnen met gebruiksartikelen: waarom koop ik het allemaal?
augustus: vakantie in Frankrijk - klusspullen en bouwmaterialen
september: Groot en tweedehands: waar geven we véél aan uit?
oktober: Kleding (ja, ook schoenen) - meteen ontspullen 2: mijn eigen kledingkast
november: aandacht voor alles wat niet te koop is, maar wel plezier geeft
december: geven inplaats van kopen
januari: leren over spullen: welke vragen heb ik nog? waar vind ik antwoorden
februari: actief zijn - dingen doen inplaats van dingen verzamelen
maart: verbinden - hoe kan ik mijn verbinding met mensen meer tijd geven
april: loslaten: een garage sale van alles wat teveel is
mei: geld uitgeven zonder te het te 'verspullen' - waaraan?

Gelukkig weet ik door het afgelopen jaar 'klimaatdaadvandedag' dat ik het kan volhouden, een heel jaar. Dus aan de slag dan maar. Stap voor stap.