Vandaag moet ik van mezelf weer één ding de deur uit doen. Het eerste dat ik weg deed, de groene schoentjes, maakte meteen een heel gesprek over de dilemma's los: ontspullen door alles in de vuilcontainer te gooien is niet per se zo goed voor het klimaat, alhoewel in Amsterdam vuil wordt verbrand om er energie van te maken. Het blijft afval.
Oud hout gaat bij ons op het vuur: fijn en romantisch maar een lelijke vervuiler qua fijnstof en CO2.
Ik keek eens in de vuilnisbak om te zien of ik niet toevallig iets had weggedaan zonder het op te merken als 'ontspullen': een dode mol en een tasje rommel van onze B&B gasten kan ik moeilijk zien als geliefde spullen.
Van een oude tuintafel maakte Hans een nieuw kippenhok, de resten aan hout liggen al bij de vuurplek, mooi droog hardhout. Maar die tafel is al ontspuld en zelfs dat niet: we hebben hem nog. Dat is ook mijn grootste probleem: spullen oefenen op mij enorme aantrekkingskracht uit, omdat ik altijd wel een mogelijkheid zie om het opnieuw te gebruiken.
Toch moet ik iets. Achter het huis ligt sinds drie jaar een stapel sloophout van ons oude tuinschuurtje. Daarin een hardhouten balk met 100 spijkers. Om nog eens 'ergens' te gebruiken, maar dan moeten die 100 spijkers er wel eerst uit. Ik heb hem al een paar keer in mijn handen gehad. Mooi hout.Dat zou een echte opluchting zijn om dat gewoon niet te doen. Fijnstof en CO2 neem ik voor lief, morgen plant ik 100 maisplanten, bonen en tomaten om dat te compenseren.
Het werkt meteen aanstekelijk. ineens kan ik ook afscheid nemen van een potloodtekening die mijn vader ooit maakte van ons uitzicht in Ecuador en een knalgele doos om een banaan stootvrij in mee te nemen. Ik verheug me al op morgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten