zondag 10 juni 2018

Een héle grote opruimactie, maar niet van mezelf

Mijn dochter is een verzamelaar, de appel valt niet ver van de boom. Ik herken mezelf in haar. Vroeger verzamelde ze stickers, stenen, flesjes met zeewater, knuffels en kralen. Tegenwoordig verzamelt ze vooral kleren. Drie jaar geleden ging ze op kamers wonen, maar haar kamer thuis bleef één grote klerenopslagplaats. In haar oude kamer is een muurkast met op de vloer ongeveer 25 paar schoenen, er hangen zo'n dertig jurkjes, ook een roze smockjurkje van toen ze twee was, op alle planken liggen stapels oude broeken, shirts, vesten en in de loop van drie jaar Delft kwam er elk jaar een grote boodschappentas kleren bij die even geparkeerd werd in Amsterdam. Het is natuurlijk niet helemaal eerlijk, maar mijn ontspullingspijlen richtten zich op deze kamer: ruimte! Ergens achter al die oude kleren liggen namelijk ook mijn stapels met lappen en oude handdoeken, en daar kan ik al jaren niet echt goed bij.

Het is een perfecte oefening, deze kamer opruimen, want andermans spullen ontspullen is veel makkelijker dan je eigen. Gelukkig had ze er zin in, en ik ook. Na drie uur hadden we vier afdelingen: twee grote blauwe vuilniszakken XL voor in de textielcontainer. Twee grote tassen om te verkopen in de IJ-hallen,  een hele uitstalling in de gang (zie foto) voor meisjes uit de buurt, gratis af te halen, twee grote tassen naar Delft. De oude kinderjurkjes en het gympak dat ze op haar zesde droeg in Ecuador mogen nog niet weg. Op de bovenste plank van de meidenkast wordt een klein kledingmuseum ingericht. Voor als ze ooit later zelf een dochter krijgt die net zo aan spullen hangt als haar moeder en oma. "kijk nou, wat schattig, die kleine cowboylaarzen." Het roze jurkje mag samen met vier andere bloemenjurkjes nog even blijven hangen in de kast - allemaal ooit hoofdrolspeler op een verjaardag: Roos 2-4-6-8. Onderin de muurkast doe ik een fijne ontdekking: het paashazenpak dat we al twee jaar kwijt waren. Jammer dat ik in een andere opruimbui de muts met hazenoren heb weggegooid. En helemaal achterin twee antieke zwarte dozen met hoge hoeden, van diverse opa's. Die mogen ook nog even blijven, ze doen denken aan oude zwart-wit foto's, sigaren en ouderwetse huwelijken.

Sneller dan we dachten is het ineens enorm opgeruimd, wat we allebei een heerlijk gevoel vinden. Daardoor mogen ineens ook de muffinbakjes in de vorm van een nutellapot en de plastic vorm waarmee je vierkante sushi's kan maken weg. We komen in een flow: weg oude binasboekjes en examenbundels. Het werkstuk uit groep drie met 'mijn lievelingsplekken? Vooruit, die mag nog even blijven. Fluitend rijd ik naar de Dirk vd Broek, waar de textielcontainer staat. Hoppa, weg ermee. Wat ben ik blij met de containers van Sympany. 'Geef goed door' is hun slogan. Wat mij betreft is het vooral: 'Ruimt lekker op'.

Nou ik nog. Mijn kledingkasten zijn al jaren te vol met 'je kan niet weten' en 'ooit past het ergens bij.' Voorlopig worden ze alleen maar voller: een genopt bloesje dat Roos net heeft weggedaan, lijkt mij helemaal leuk boven een spijkerbroek. Mijn kleren zijn later aan de beurt. Eerst mijn kantoor en kelder opruimen. Deze maand nog. Maar niet nu.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten